Als de avond valt over het Heerenschoolbos en de laatste kippen op stok gaan begint het leven van een van de meest geliefde bewoners pas echt: de egel. Tussen de bladeren, langs de struiken en onder de takken ontstaat dan een wereld die voor ons vaak verborgen blijft. Het ritselt tussen de dorre bladeren, een zacht gesnuif …. en opeens schuifelt er een stekelig bolletje op kleine pootjes het pad over— op zoek naar voedsel, rust en een veilig onderkomen in het groen.
Het Heerenschoolbos is voor de egels van groot belang. Het groen, vooral in het ‘ spijkerbos’, biedt ze beschutting en dat is voor de egel steeds moeilijker te vinden. Het dode hout is een plek waar ze nog insecten vinden, waar de bodem vochtig genoeg blijft om slakken en wormen te vinden. Voor de egel is dat van groot belang om te overleven.
Maar buiten de grenzen van dit bos ziet hun wereld er anders uit. Egels moeten vaak lange afstanden afleggen en dat is niet zonder gevaar! De vele straten die ze door moeten, het verkeer en tuinen die steeds vaker betegeld zijn en tot de op de grond ontoegankelijk gemaakt zijn. De groene zones waarin ze ooit ongehinderd konden rondtrekken, raken versnipperd. Met elk stukje groen dat verdwijnt, verdwijnt ook een stukje van hun leefgebied. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom het zo slecht gaat met de egels.
Maar hun leven loopt ook gevaar door andere, minder zichtbare bedreigingen. Veel mensen gebruiken pesticiden in de tuin en ook het intensief maaien zorgt voor een groot tekort aan insecten. Doordat steeds meer groen verdwijnt en door de drogere zomers , vinden egels moeilijker voedsel en raken jonge dieren sneller verzwakt. Je ziet het niet meteen als je door het bos loopt, maar het is een stille strijd die zich afspeelt in de schaduw onder het bladerdak.