In april/mei werd de Klimopbremraap gespot. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeldzaam en stabiel of toegenomen. Hij groeit op beschaduwde tot half beschaduwde plaatsen op vochtige, humushoudende, kalkrijke grond en stenige plaatsen als loofbossen, heggen, parken, bolwerken, plantsoenen en oude muren. De plant bloeit van mei tot en met augustus en de bloemen zijn crème met een paars aangelopen rand.
Deze plant parasiteert met zuigwortels op het wortelstelsel van klimop. Het grootste deel van het jaar bevindt de hele plant zich onder de grond als een dichtbeschubde rondachtige stengelknol. Enkele weken voor de bloei groeit de vlezige, onvertakte stengel naar boven. Deze stengel is bezet met crèmekleurige klierharen, slank, beige tot bleek roodpaars en vaak donkerder onderaan. Verspreid aan de stengel staan dunne, smaldriehoekige, schubvormige, paarse bladeren, die donkerder naar hun top zijn. Deze schubben zijn smaller dan de stengel dik is en hebben aan de van de stengel afgekeerde kant eveneens crèmekleurige klierharen.
Lees meer op https://nl.wikipedia.org/wiki/Klimopbremraap?fbclid=IwAR1mBwGR1w7HXj1lx8ciqrA_FhOjmfWZbjd_sriXHoZuGjGqY6C6yMXPKu4